struikachtig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- struik·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | struikachtig | struikachtiger | struikachtigst |
verbogen | struikachtige | struikachtigere | struikachtigste |
partitief | struikachtigs | struikachtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
struikachtig
- lijkend op of eigenschappen hebbend van een struik
- De boom van het leven ziet er meer struikachtig uit dan boomachtig want de grote vertakkingen tussen de verschillende levensvormen waren al heel vroeg aanwezig.
Gangbaarheid
- Het woord struikachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.