structureerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • struc·tu·reer·de

Werkwoord

vervoeging van
structureren

structureerde

  1. enkelvoud verleden tijd van structureren
    • Ik structureerde. 
    • Jij structureerde. 
    • Hij, zij, het structureerde.