stroomuitval
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stroom·uit·val
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stroom en uitval
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stroomuitval | stroomuitvallen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de stroomuitval m
- (elektrotechniek) het (onbedoeld) niet beschikbaar zijn van elektriciteit
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord stroomuitval staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stroomuitval" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ www.nu.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be