stroomuitval
Uiterlijk
- Geluid: stroomuitval (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstromœytfɑl / (3 lettergrepen)
- stroom·uit·val
- samenstelling van stroom en uitval
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | stroomuitval | stroomuitvallen |
| verkleinwoord | - | - |
de stroomuitval m
- (elektrotechniek) het (onbedoeld) niet beschikbaar zijn van elektriciteit
1.
- Het woord stroomuitval staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stroomuitval" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ www.nu.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Elektrotechniek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %