strijdig
Uiterlijk
- strij·dig
- Naamwoord van handeling van strijden met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | strijdig | strijdiger | strijdigst |
verbogen | strijdige | strijdigere | strijdigste |
partitief | strijdigs | strijdigers | - |
strijdig [1]
- niet overeenstemmend met, in strijd met, tegengesteld
1.
- Het woord strijdig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "strijdig" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be