striemen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • strie·men
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van striem met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
striemen
striemde
gestriemd
zwak -d volledig

Werkwoord

striemen

  1. overgankelijk slaan met rode strepen tot gevolg
    • Op de wilde rit door het struikgewas werd hij gestriemd door de zwiepende takken. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de striemenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord striem
Hyponiemen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be