stressen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stres·sen
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Engelse stress met het achtervoegsel -en [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
stressen
streste
gestrest
zwak -t volledig

Werkwoord

stressen

  1. inergatief ~ over: zich zorgen maken over iets en daarom geagiteerd zijn
    • Ik begin enorm te stressen over het schema van de dag. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Verwijzingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be