strandwacht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Een strandwacht aan de westkust van Portugal
Uitspraak
Woordafbreking
  • strand·wacht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord strandwacht strandwachten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de strandwachtv / m

  1. (beroep) iemand die toezicht houdt bij stranden, verdrinkende mensen redt en de orde handhaaft
    • Deze strandwacht heeft al vele mensenlevens gered. 
  2. organisatie die zorgt voor de veiligheid op het strand
    • De strandwacht heeft een gebouw met reddingsmiddelen op het strand. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen