stramien
Uiterlijk
- stra·mien
- In de betekenis van ‘patroon, model’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1898 [1]
- In de betekenis van ‘weefsel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1555 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stramien | stramienen |
verkleinwoord | stramientje | stramientjes |
het stramien o
- Het woord stramien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stramien" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ 1,0 1,1 "stramien" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be