strafzaak

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • straf·zaak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord strafzaak strafzaken
verkleinwoord strafzaakje strafzaakjes

Zelfstandig naamwoord

de strafzaakv / m

  1. (juridisch) een rechtszaak die door de strafrechter behandeld wordt
    • De strafzaak werd geseponeerd. 
     De grote strafzaken namen hijzelf en Lars Silbermann natuurlijk voor hun rekening, een juridisch medewerker kon alleen in onbelangrijke zaken pro-deoadvocaat zijn, rijden onder invloed, snelheidsovertredingen, belediging en dat soort dingen.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044633535
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be