strafcel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

strafcel
Uitspraak
Woordafbreking
  • straf·cel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord strafcel strafcellen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

strafcel v/m [1]

  1. extra sobere cel in een gevangenis waar gedetineerden tijdelijk verblijven, als ze de gevangenisregels hebben overtreden
    • Met een 'aanklacht tegen de Terroristen Fabriek' schrijven de moslimgedetineerden dat hen structureel onrecht wordt aangedaan. Ze eisen dat er iets verandert. "Het regime is zo sober, dat het niet veel beter is dan de isolatie-strafcel", schrijven ze. Talloze malen hebben ze dit aangekaart bij medewerkers en directie, maar daar zouden ze geen gehoor krijgen. [2] 
    • De gedetineerde is inmiddels door de politie verhoord. "De gevangenisdirecteur heeft hem een sanctie opgelegd van zeven dagen strafcel. Dat betekent één uur per dag luchten en 23 uur achter slot en grendel." [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia R. Boere & C. van der Wal 10 januari 2017 Terroristen Vught klagen over regime in cel
  3. Tubantia O. van der Vleuten 31 augustus 2017 Gevangenis onderschept 540 gram coke in schoenzolen
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be