stouwde vol

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stouw·de vol
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
volstouwen

stouwde (...) vol

  1. enkelvoud verleden tijd van volstouwen
    • Ik stouwde vol. 
    • Jij stouwde vol. 
    • Hij, zij, het stouwde vol.