stoottanden

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  stoottanden    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈstotɑndə(n) / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• stoot·tan·den

Woordherkomst en -opbouw

•  stoottand zn  met de uitgang -en

Zelfstandig naamwoord

de stoottanden mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord stoottand
2. meervoudsvorm als officiële benaming (weekdieren) een klasse Scaphopoda  van weekdieren

Synoniemen

• [2] olifantstandjes, tandschelpen

Hyperoniemen

• [2] weekdieren, dieren

Hyponiemen

• [2] zie de categorie: Stoottanden in het Nederlands

Verwante begrippen

• [2] zie de categorie Weekdieren in het Nederlands

Gangbaarheid

• Het woord stoottanden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.