stoomboot

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stoom·boot
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘door stoom voortbewogen vaartuig’ voor het eerst aangetroffen in 1816 [1]
  • samenstelling van  stoom  en  boot  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord stoomboot stoomboten
verkleinwoord stoombootje stoombootjes

Zelfstandig naamwoord

de stoombootv / m

  1. (scheepvaart) een schip dat met behulp van een stoommachine wordt voortbewogen en heden ten dage alleen nog wordt gebruikt om Sinterklaas uit Spanje te transporteren
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen