stoomboot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stoom·boot
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘door stoom voortbewogen vaartuig’ voor het eerst aangetroffen in 1816 [1]
- samenstelling van stoom en boot [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stoomboot | stoomboten |
verkleinwoord | stoombootje | stoombootjes |
Zelfstandig naamwoord
- (scheepvaart) een schip dat met behulp van een stoommachine wordt voortbewogen en heden ten dage alleen nog wordt gebruikt om Sinterklaas uit Spanje te transporteren
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een schip dat met behulp van stoom wordt voortbewogen
Gangbaarheid
- Het woord stoomboot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stoomboot" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "stoomboot" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ stoomboot op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be