stookhout

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

bossen stookhout bij de bus
Uitspraak
Woordafbreking
  • stook·hout
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stookhout
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het stookhouto

  1. hout geschikt om te verbranden
    • Alleen afval van het meest duurzame hout mag als biomassa worden verstookt om stroom op te wekken. Bomen mogen ook niet worden gekapt voor de biomassa, het stookhout mag alleen een bijproduct zijn. Dat hebben energiebedrijven en milieuorganisaties afgesproken, maakte de Sociaal-Economische Raad bekend. [2] 
    • De school ligt in het zuidelijke deel van het vluchtelingenkamp van Calais. En dat deel wil de Franse overheid ontruimen, inclusief de school. Over de modderpaden en tussen de tenten, caravans en huisjes rijden auto's en bestelbusjes met hulpverleners af en aan. "We hebben van alles bij ons, van luiers tot eten en van maandverband tot stookhout," zeggen Hans en Kim uit Rotterdam, die met een gevulde Volvo stationcar naar noord-Frankrijk [sic!] zijn gereisd. [3] 
    • Voorlopig hoeven we volgens Severin dus nog niet massaal stookhout en thermo-ondergoed in te slaan. Sterker nog, op de kortere termijn wordt het zelfs weer wat zachter. [4] 
Synoniemen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen