stonden stil
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stonden stil (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstɔndə(n) ˈstɪl / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- ston·den stil
Woordherkomst en -opbouw
- uit stonden (werkwoord) en stil (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stilstaan |
stonden (…) stil
- meervoud verleden tijd van stilstaan
- Wij stonden stil.
- Jullie stonden stil.
- Zij stonden stil.
- Wij stonden stil.
Gangbaarheid
- Het woord stonden stil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.