stokvis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stok·vis
Woordherkomst en -opbouw
- van Middelnederlands stocvisch, op te vatten als samenstelling van stok zn en vis zn , in de betekenis van ‘gezouten vis’ voor het eerst aangetroffen in 1366 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stokvis | stokvissen |
verkleinwoord | (stokvisje) | (stokvisjes) |
Zelfstandig naamwoord
de stokvis m
- (visserij) (voeding) gedroogde kabeljauw of kabeljauwachtige (orde Gadiformes ) vis, zoals heek, leng, lom, schelvis en koolvis
- Heb je de stokvis al gebeukt?
- Advocaatje ging op reis, tiereliereliere...
Stokvis kreeg hij bij 't ontbijt, tierelierelom...
't Graatje schoot hem in zijn keel, tiereliereliere, etc
- ▸ Alleen al het inkopen doen voor de kerstmaaltijd. En het je herinneren hoe het zat met dadels en speculaas, het dopen van stukjes brood in hambouillon, varkenspootjes, stokvis met piment en witte saus op Zweedse wijze of spek in eigen vet, mosterd en doperwtenpuree op Noorse wijze, welke soorten noten verplicht waren — en op het laatste moment op kerstavond zelf notenkrakers aanschaffen —, rolham, haring en rijstebrij.[4]
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- stokvisballetje, stokvisbeignet, stokvisbeukerij, stokvisgerecht, stokvishout, stokvisomelet, stokvisschotel, stokvisvangst, stokvisvel, stokviswater
Vertalingen
1. gedroogde kabeljauw of kabeljauwachtige vis, zoals heek, leng, lom, schelvis en koolvis
Gangbaarheid
- Het woord stokvis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "stokvis" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ stokvis op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "stokvis" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044645149
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stokvis | stokvisse |
Zelfstandig naamwoord
stokvis
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Visserij in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %
- Woorden in het Afrikaans
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Straalvinnigen in het Afrikaans
- Vissen in het Afrikaans