stofzuig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stof·zuig

Werkwoord

vervoeging van
stofzuigen

stofzuig

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stofzuigen
    • Ik stofzuig. 
  2. gebiedende wijs van stofzuigen
    • Stofzuig! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stofzuigen
    • Stofzuig je?