stoffeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stoffeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- stof·feer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stofferen |
stoffeerde
- enkelvoud verleden tijd van stofferen
- Ik stoffeerde.
- Jij stoffeerde.
- Hij, zij, het stoffeerde.
- Ik stoffeerde.