stipte aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stip·te aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanstippen

stipte aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanstippen
    • Ik stipte aan. 
    • Jij stipte aan. 
    • Hij, zij, het stipte aan. 


Gangbaarheid