stippelden uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stippelden uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstɪpəldə(n) ˈœyt / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- stip·pel·den uit
Woordherkomst en -opbouw
- uit stippelden (werkwoord) en uit (bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitstippelen |
stippelden (…) uit
- meervoud verleden tijd van uitstippelen
- Wij stippelden uit.
- Jullie stippelden uit.
- Zij stippelden uit.
- Wij stippelden uit.
Gangbaarheid
- Het woord stippelden uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.