stilletjes

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stil·le·tjes

Bijwoord

stilletjes

  1. in stilte, in het geheim
    • Ze vestigden zich in Haarlem of Leiden of keerden later stilletjes terug. 
     Iedere avond sloop hij stilletjes naar de stal, rolde zich in een paardedeken en sliep lekker in het stro.[1]
     Ik herhaalde mijn nieuwe naam een aantal keer stilletjes, ik was ‘Van Go’ geworden.[2]

Zelfstandig naamwoord

de stilletjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord stille

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat op Wikipedia, p. 11
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be