stilleken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stil·le·ken
Woordherkomst en -opbouw
- stille zn met het achtervoegsel -ken, een overblijfsel van het Middelnederlands -kijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | (stille) * | (stillen) * |
verkleinwoord | stilleken | stillekens |
Zelfstandig naamwoord
- dim. tant. (verouderd) afgezonderde plaats waar men kan plassen en poepen
- ▸ Zo kwamen ze bij de Stillekensbrug. Aan elke zijde van de houten brug stond een gebouwtje waarin Rotterdammers hun behoeften konden doen, een soort openbaar toilet, stilleken genoemd. De pijpen loosden rechtstreeks op de haven, de stroom nam de uitwerpselen wel mee naar de Maze – als het tenminste geen vloed was.[1]
Synoniemen
- stilletje (minder verouderde uitspraakvariant)
Opmerkingen
- Het gangbare verkleinwoord van "stille" en "stillen" is "stilletje" en "stilletjes"
Gangbaarheid
- Het woord 'stilleken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Het geheim van Rotterdam”, 15e druk (2005), Lemniscaat, Rotterdam, ISBN 90 5637 689 6, p. 17/18
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ken in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandig verkleinwoord
- Verouderd in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal