stilering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sti·le·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stilering stileringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de stileringv

  1. het om esthetische redenen iets eenvoudiger of abstracter weergeven
     Zo’n stilering van wat dagelijks de redding van velen is, moet worden beloond. De mooiste naald die wij mochten ontvangen, fijn van compositie en prachtig sober in z’n kleur en eenvoud.”[2]
     Het vrouwenbeeld uit de tijd van Thoetmosis III die deels met en na zijn tante (de vrouwelijke farao Hatsjepsoet) heerste, wordt door conservator Branko van Oppen vanwege de stilering ’erotisch’ genoemd.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
58 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Sandra wint met de kracht van eenvoud” (23-11-2010,), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron
    THEA DETIGER
    “Ochtendpleziertje voor de zonnegod” (24 feb. 2017), De Telegraaf
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be