stikheet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stik·heet
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen stikheet
verbogen stikhete
partitief stikheets

Bijvoeglijk naamwoord

stikheet [1]

  1. heel erg warm; op een onplezierige wijze warm
     Aan de andere kant van de baai stond onze auto op de parkeerplaats te wachten, stikheet van al die dagen zon, ik moest tot Massapequa op mijn handen zitten omdat mijn dijbenen anders zouden verbranden door de hete, zwartleren bekleding.[2]
     Al dagen is het stikheet in de haven, een hittegolf teistert het hele land. De Syriërs hebben hun tentjes onder afdakjes gezet waar normaal gesproken passagiers op de veerboten wachten. Of ze slapen in de passagiersterminal.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium op Wikipedia, ISBN 9789057598500
  3. Bronlink geraadpleegd op 20 februari 2022 Weblink bron “Vluchtelingen in de haven van Piraeus voelen zich vergeten” (23-06-2016), NOS