stigmatisatie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stig·ma·ti·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van stigmatiseren met het achtervoegsel -atie [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stigmatisatie | stigmatisaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de stigmatisatie v
- het stigmatiseren (voorzien van wonden)
- verschijnen van wonden bij personen in godsdienstige extase
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord stigmatisatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.