sterilisatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ste·ri·li·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sterilisatie sterilisaties
verkleinwoord sterilisatietje sterilisatietjes

Zelfstandig naamwoord

de sterilisatiev

  1. (medisch) een handeling waarmee alle ziektekiemen worden gedood
  2. (medisch) het onvruchtbaar maken, onvruchtbaarmaking
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen