sterfuur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sterf·uur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sterfuur | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het sterfuur o
- tijdstip van iemands overlijden, laatste uur van iemands leven
- „Het is de eerste overlijdensaankondiging, die Luthers vriend Justus Jonas dezelfde nacht nog heeft geschreven. Daarin stond eerst dat het sterfuur vijf uur ’s ochtends was, maar later is dat doorgekrast en veranderd in het bekende tijdstip. [2]
- Overleden leden van de Evangelische Broedergemeente of hernhutters worden altijd ’s middags begraven: „Rond 15.00 uur, het sterfuur van onze Heer.” Het is een van de verrassende details die de kleine expositie ”De godsakker van de hernhutters en hun gebruiken bij de begrafenis” in Zeist vertelt. [3]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'sterfuur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sterfuur" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad Cees-Jan Smits 22-11-2012 Dr. René Süss brengt Luthers „goede kanten” voor het voetlicht
- ↑ Reformatorisch Dagblad Wim Hulsman 23-05-2015 Expositie: Begrafenis hernhutter altijd rond 15.00 uur
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be