sterflijk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sterf·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van sterven met het achtervoegsel -lijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | sterflijk | sterflijker | sterflijkst |
verbogen | sterflijke | sterflijkere | sterflijkste |
partitief | sterflijks | sterflijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
sterflijk
- vatbaar voor de dood, vatbaar voor verval
Synoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord sterflijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sterflijk" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be