stengun

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sten·gun
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘machinepistool’ voor het eerst aangetroffen in 1945 [1]
  • uit het Engels [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord stengun stenguns
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de stengunm [3]

  1. een Britse 9mm-pistoolmitrailleur die tijdens de Tweede Wereldoorlog en de Koreaanse Oorlog veel werd gebruikt door de strijdkrachten van het Verenigd Koninkrijk en het Britse Gemenebest
    • In het zand stond een marineofficier, die met verbazing en argwaan op Ralph neerkeek. Achter hem lag een sloep, waarvan de boeg, die door twee matrozen werd vastgehouden, op het strand was getrokken. Achter in de sloep zat nog een matroos, die een stengun in de aanslag hield. [4] 
    • Uit het oorlogsmuseum in het Gelderse Hengelo zijn afgelopen week 2 wapens gestolen. Het gaat om een zogeheten Baby Browning, een klein Engels handwapen, en een RSAF Stengun MK2 met demper.[5] 
    • Ik heb al vier weken een Engels geweer in huis. Een stengun. Iedere week komen er mannen bij mij oefenen. We monteeren en demonteeren de stengun. Nemen schiethoudingen aan. Liggend, knielend, staande, enz.[6] 
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

71 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[7]

Meer informatie

Verwijzingen