stemrecht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stem·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stemrecht -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het stemrechto

  1. (juridisch) Actief stemrecht is het recht van een individu om bij verkiezingen te stemmen op een partij naar zijn of haar voorkeur. Passief stemrecht is het recht om zich kandidaat te stellen bij verkiezingen
     Maar nu het stemrecht eindelijk was ingevoerd, zou alles pais en vree moeten zijn.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044625691
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be