stemrecht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stem·recht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stem en recht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stemrecht | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het stemrecht o
- (juridisch) Actief stemrecht is het recht van een individu om bij verkiezingen te stemmen op een partij naar zijn of haar voorkeur. Passief stemrecht is het recht om zich kandidaat te stellen bij verkiezingen
- ▸ Maar nu het stemrecht eindelijk was ingevoerd, zou alles pais en vree moeten zijn.[1]
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord stemrecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "stemrecht" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044625691
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be