stemmig
Uiterlijk
- stem·mig
- In de betekenis van ‘ingetogen’ voor het eerst aangetroffen in 1534 [1]
- Naamwoord van handeling van stemmen met het achtervoegsel -ig [2]
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | stemmig | stemmiger | stemmigst |
| verbogen | stemmige | stemmigere | stemmigste |
| partitief | stemmigs | stemmigers | - |
stemmig
- ingetogen, bescheiden, plechtig
- Tijdens de begrafenis moet je iets stemmigers aan hebben dan de kleurrijke kleding die je nu draagt.
- Het woord stemmig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stemmig" herkend door:
| 98 % | van de Nederlanders; |
| 96 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "stemmig" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ stemmig op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Achtervoegsel -ig in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %