stemhokje

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stem·hok·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stemhok stemhokken
verkleinwoord stemhokje stemhokjes

Zelfstandig naamwoord

stemhokje o dim. tant.

  1. een hokje waarin men zich af kan zonderen om bij een verkiezing zijn stem uit te brengen
    • Er stond een hele rij voor de stemhokjes. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

stemhokje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord stemhok

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be