stem overeen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stem over·een
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
overeenstemmen

stem overeen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overeenstemmen
    • Ik stem overeen. 
  2. gebiedende wijs van overeenstemmen
    • Stem overeen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overeenstemmen
    • Stem je overeen? 


Gangbaarheid