stelt samen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stelt sa·men
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
samenstellen

stelt (…) samen

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenstellen
    • Jij stelt samen. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenstellen
    • Hij stelt samen. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van samenstellen
    • Stelt samen! 

Gangbaarheid