stelp

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stelp

Werkwoord

vervoeging van
stelpen

stelp

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stelpen
    • Ik stelp. 
  2. gebiedende wijs van stelpen
    • Stelp! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stelpen
    • Stelp je? 

Gangbaarheid

70 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be