stelde tegen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stel·de te·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
tegenstellen

stelde (...) tegen

  1. enkelvoud verleden tijd van tegenstellen
    • Ik stelde tegen. 
    • Jij stelde tegen. 
    • Hij, zij, het stelde tegen. 

Gangbaarheid