steking
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ste·king
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van steken met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | steking | stekingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de steking v
- prikkeling, aansporing
- het steken
Gangbaarheid
- Het woord 'steking' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "steking" herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be