stekelachtig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  stekelachtig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ste·kel·ach·tig

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van stekel met het achtervoegsel -achtig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	stekelachtig	stekelachtiger	stekelachtigst
verbogen	stekelachtige	stekelachtigere	stekelachtigste
partitief	stekelachtigs	stekelachtigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

stekelachtig

1. lijkend op of eigenschappen hebbend van stekel

   • Het stekelachtige, bitse meisje maakte altijd boze, stekelige aanmerkingen op vriendinnen. 

Gangbaarheid

• Het woord stekelachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stekelachtig" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
93 %	van de Vlamingen.