steepler
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stee·pler
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van steeplechase met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | steepler | steeplers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de steepler m
- (paardrijden) deelnemer (mens of paard) aan een steeplechase
Gangbaarheid
- Het woord steepler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "steepler" herkend door:
16 % | van de Nederlanders; |
30 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be