steendruk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

[2] steendruk
Uitspraak
Woordafbreking
  • steen·druk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord steendruk steendrukken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de steendrukm

  1. de techniek van het afdrukken maken met behulp van een vlakke steen
  2. afdruk gemaakt met behulp van een op een vlakke steen gemaakte tekening
    • In zijn eigen werk zijn minieme veranderingen genoeg. „Bij de steendrukken die ik maak, is de ene afdruk net anders dan de andere”, vertelt de hoogleraar. [2] 
    • Het lijkt een vorm van zelfkastijding dat de Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde, dit jaar een eeuw oud, eigenaar is van verreweg de grootste collectie tandarts-prenten ter wereld. Veel spotprenten zitten er tussen de ongeveer 700 tekeningen, etsen, kopergravures, hout- en steendrukken. [3] 
    • Het kwam voor dat een deel van het houtblok werd gebruikt voor twee geheel verschillende prenten. Geestig ook is een Münchhausen-versie van vlak na 1900 (als de houtsnede plaats heeft gemaakt voor steendruk) waarop de leugenbaron zich in plaats van te paard op een fiets door veld en beemd beweegt. [4] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

82 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen