stecken
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Duits
Uitspraak
- IPA:
Woordafbreking
- ste·cken
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stecken |
steckte (stak) |
gesteckt |
volledig |
Werkwoord
stecken
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stecken |
steckte (stak) |
gesteckt |
volledig |
stecken