starende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sta·ren·de
Bijvoeglijk naamwoord
starende
- verbogen vorm van de stellende trap van starend
Werkwoord
vervoeging van: | staren |
starende
- verbogen vorm van starend, het onvoltooid deelwoord van staren
starende
vervoeging van: | staren |
verbogen vorm: | starendee |
starende