stapten af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stapten af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstɑptə(n) ˈɑf / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- stap·ten af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afstappen |
stapten (…) af
- meervoud verleden tijd van afstappen
- Wij stapten af.
- Jullie stapten af.
- Zij stapten af.
- Wij stapten af.
Gangbaarheid
- Het woord stapten af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.