standvlinder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stand·vlin·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord standvlinder standvlinders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de standvlinderm

  1. (vlinders) een vlinder die gedurende ten minste tien jaar voortdurend een populatie in het onderhavige gebied heeft weten te handhaven
     Het oranjetipje is een standvlinder, die eitjes legt op pinksterbloem en look-zonder-look.[1]
Antoniemen

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Standvlinders” (3 oktober 1989), Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]