stadhouderschap
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stad·hou·der·schap
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van stadhouder met het achtervoegsel -schap[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stadhouderschap | stadhouderschappen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het stadhouderschap o
- het stadhouder zijn; de functie van stadhouder
Gangbaarheid
- Het woord stadhouderschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.