stabiliserende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sta·bi·li·se·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | stabiliseren |
stabiliserende
- verbogen vorm van stabiliserend, het onvoltooid deelwoord van stabiliseren
Bijvoeglijk naamwoord
stabiliserende
- verbogen vorm van de stellende trap van stabiliserend