staatstelevisie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: staatstelevisie (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstatsteləˌvizi / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- staats·te·le·vi·sie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | staatstelevisie | staatstelevisies |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de staatstelevisie v
- (media) overheidsdienst die tot taak heeft televisieprogramma's uit te zenden en die in een autocratie tevens het standpunt van de regering verkondigt
- ▸ Twee nieuwspresentatoren van de Iraanse staatstelevisie namen ontslag, een derde betuigde spijt: „Ik heb jullie dertien jaar lang leugens verteld”, zei ze.[1]
- ▸ Ze zag overal sossen en was van mening dat het hele idee van televisie was om propaganda te maken voor de sossen, daarom moesten we een reclamevrije staatstelevisie hebben, hoewel alle verstandige mensen beseften dat commerciële televisie in particulier bezit veel beter zou zijn geweest.[2]
- Op de staatstelevisie heeft een militair de situatie in Oekraïne vergeleken met de oorlog in Afghanistan (1979-1989) waarvoor in totaal 600.000 Russische soldaten werden gemobiliseerd. Een nationaal trauma ook, dat een kleine 15.000 soldaten niet meer konden navertellen. [3]
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord staatstelevisie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Pooyan Tamimi ArabAmmar Maleki“In Iran wint walging tenslotte van angst” (17 januari 2020) op nrc.nl
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ www.parool.nl (12 mrt 2022)
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 15
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 5 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Media in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal