staatsschuld
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- staats·schuld
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van staat en schuld met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | staatsschuld | staatsschulden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (economie) geldschuld van de staat
- de Nederlandse staatsschuld bedroeg in april 2013 450 miljard euro. De schuld liep sinds het begin van de kredietcrisis in augustus 2008 op met 190 miljard euro. [1]
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord staatsschuld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.