staatskosten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • staats·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord staatskosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de staatskostenmv

  1. op staatskosten: door de overheid te betalen
     Het parlementslid Irina Imerslisjvili wierp Saakasjvili voor de voeten dat hij op staatskosten een Spaanse kok in dienst heeft, voor ruim 12.000 euro in de maand. Vorig jaar zou de president met een vriend een afslankcursus in Oostenrijk hebben gevolgd, die het land meer dan 53.000 euro kostte.[1]
     Het zou gaan om zeker 300 waardevolle meubelstukken uit de collectie van paleis Het Loo. Ze werden begin 19e eeuw op staatskosten besteld door koning Lodewijk Napoleon, de broer van Napoleon Bonaparte, schrijft NRC. Ook zitten er meubels bij uit de periode van koning Willem I.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 april 2022 Weblink bron “Saakasjvili's uitgaven onder vuur” (17-04-2013), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 april 2022 Weblink bron “'Overheid kocht meubels van prinses Juliana die al staatseigendom waren'” (10-09-2019), NOS