staatskas
Uiterlijk
- staats·kas
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | staatskas | staatskassen |
verkleinwoord |
- de financiële middelen van de rijksoverheid
- Bijvoorbeeld: geen gordel om, boete en geen uitkering schade, drank op, boete en geen uitkering schade. Het mes snijdt aan twee kanten, zowel de veiligheid als de staatskas zijn erbij gebaat.[2]
- Maar de leer- en baanplicht wordt door meer dan een kwart van de deelnemers afgewezen. Deze tegenstanders willen bijvoorbeeld geen dwangmaatregelen om werkloze 50-plussers aan de slag te krijgen. „Er moet individueel gekeken worden. Vaak wordt men door UWV als nummer behandeld. Hoeveel dienstjaren heeft iemand al? Als iemand al 30 tot 40 jaar gewerkt heeft, is er al die jaren al bijgedragen aan de staatskas en arbeidsmarkt. Laat deze mensen.”[3]
- Het woord staatskas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "staatskas" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 15 mrt. 2018 ’Zwarte doos auto goede uitvinding’
- ↑ de Telegraaf RENÉ VAN ZWIETEN 09 mrt. 2018 Uitslag stelling: Bijstander hard aanpakken
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %